Blauwschaap
Zijn grijze vacht met een blauwige schijn is een goede camouflage tegen jagers
Het blauwschaap is een geitachtige die leeft in de bergketens en op de hoogvlakten van Azië, Pakistan, in het westen van Tibet en in Qinghai, in het westen van China.
Het dier leeft op de met gras begroeide hellingen en kliffen tussen 2.000 en 5.000 meter. Het voedt zich met grassen en diverse planten die op grote hoogte groeien, en ook met korstmossen.
Mannetjes en wijfjes hebben dezelfde grijze vacht met een blauwige schijn. De voorkant van de poten is zwart, de knieën en de buik zijn wit. Het mannetje heeft naar achteren gebogen horens die 80 cm lang kunnen worden. Die van het wijfje worden niet langer dan 20 cm.
De wijfjes leven in een kudde, ver weg van de mannetjes, behalve in de bronsttijd. Per worp krijgen ze maar één jong.
De kleur van hun vacht vormt een goede camouflage in een rotsachtige omgeving: bij gevaar houdt het blauwschaap zich stil, zodat het niet opgemerkt wordt. Gebeurt dat toch, dan maakt het zich met behendige sprongen over de bergwanden uit de voeten.
Naast de mens die op het blauwschaap jaagt, is het dier een geliefde prooi voor de sneeuwpanter, het luipaard en de grijze wolf.
Vier Blauwschapen
De familie bestaat uit Papa Yanji, moeder Takhikot en kleine Yao. Het andere vrouwtje heet Persiflette.
Een minder bedreigde diersoort
- Naam : Blauwschaap
- Latijnse naam : Pseudois nayaur
- Oorsprong : Azië: Pakistan, India, Nepal, Bhutan en China
- IUCN-status : Veilig
- Cites : --
